DE GEZICHTEN ACHTER HET FESTIVAL: HILDEGARD VAN DE VELDE
Barokke Influencers wordt door vele handen gedragen: van curatoren, vormgevers, professoren tot tentoonstellingsmakers. Al deze mensen hebben één ding gemeen: een bijzondere interesse voor de barok. Ieder binnen zijn of haar eigen vakgebied en expertise. Waaraan denken zij bij het woord ‘barok’ en wie is hun favoriete ‘barokke influencer’? De komende weken stellen we de gezichten achter het festival hier aan je voor.
Hildegard Van de Velde
Hildegard Van de Velde is beheerder van de kunstcollectie van KBC en conservator van museum Snijders&Rockoxhuis. Voor Barokke Influencers cureert ze het luik dat onder andere focust op de olieverfschetsen die Rubens maakte als voorbereiding op de plafondschilderijen voor de voormalige jezuïetenkerk.
Rubens en de jezuïeten
Wat is er te zien in museum Snijders&Rockoxhuis?
‘We focussen op meerdere topics in de tentoonstelling: enerzijds de schilderijen voor de altaren en de plafonds, anderzijds de tekeningen die Rubens maakte voor de gevel en diverse sculpturen in het interieur. Rubens was in eerste instantie door de jezuïeten gevraagd om twee altaarstukken te schilderen: één met Franciscus Xaverius, een van de jezuïetenpaters die vooral aan missionering deed in Azië, en een ander met Ignatius, de stichter van de orde. Deze schilderijen zijn op het einde van de 18de eeuw aangekocht door keizerin Maria Theresia en worden vandaag in Kunsthistorisches Museum in Wenen bewaard. Naast die twee altaarstukken maakten Rubens en zijn atelier ook 39 plafondschilderingen. Tot slot had Rubens ook zijn inbreng in de architectuur van de gevel en tekende hij sculpturen bestemd voor het interieur van de kerk. Een aantal van die ontwerptekeningen bleef bewaard en komen ook naar de expo.’
Wat is er zo bijzonder aan de schetsen?
‘De jezuïeten waren geen gemakkelijke opdrachtgevers. Het was niet evident om hun woord op een correcte manier te vertalen. Ze hebben Rubens expliciet gevraagd dat hij eigenhandig de olieverfschetsen zou schilderen, zo staat het genoteerd in het contract dat Rubens voor deze opdracht kreeg. Hij had ook maar anderhalf jaar de tijd om plafondschilderijen te realiseren. De olieverfschetsen hadden een tweeledig doel. Ze dienden in de eerste plaats als een conversatiestuk tussen Rubens en de jezuïeten, niet zozeer met betrekking tot de onderwerpen dan wel over de manier waarop hij deze in verf omzette. Bij het contract kreeg hij een lijst met 34 onderwerpen: scènes uit het Oude en het Nieuwe Testament, en de kerkvaders en vrouwelijke heiligen. Daarnaast gebruikte Rubens de schetsen als vertrekpunt om samen met zijn leerlingen en medewerkers aan de plafonds te werken. Want 39 schilderingen realiseren op anderhalf jaar tijd, dat kon hij zeker niet alleen.’
Wat was Rubens’ aandeel in de uiteindelijke schilderijen?
‘Elk plafondstuk heeft een oppervlakte van ongeveer 12 vierkante meter. We weten niet exact wat Rubens’ aandeel was in de uiteindelijke gerealiseerde plafondschilderingen omdat ze in de brand van 1718 verloren gingen. Gelukkig hebben twee kunstenaars de plafondschilderingen nagetekend vóór de brand – om het bijzondere perspectief dat Rubens toepaste te oefenen. De unieke reeks van de Duitse kunstenaar Christian Sebastian Müller wordt bewaard in het Museum Plantin-Moretus. De Noord-Nederlandse schilder Jacob de Wit maakte reeds in 1711/12 tekeningen naar de originele plafondstukken. Na de brand, zes jaar later, besefte hij de documentaire waarde van deze tekeningen en maakte er terstond diverse reeksen van, vandaag bewaard in de belangrijkste bibliotheken van West-Europa.
De hand van de meester
Stemmen die tekeningen en de schetsen overeen?
‘We presenteren enkele olieverfschetsen naast de tekeningen van Müller en De Wit. Aangezien de tekeningen van Müller de meest authentieke zijn en als referentie voor de originele plafondstukken dienen, zal je merken dat ze nogal eens afwijken van Rubens’ olieverfschetsen. Een arm die verschillend is uitgebeeld, een mantel in een andere kleur, een figuur die weggelaten is, … Dus toen Rubens zijn schetsen voorlegde aan de jezuïeten, hebben zij wellicht nog wijzigingen voorgesteld. Wij tonen in de tentoonstelling ook drie olieverfschetsen voor de plafonds die nooit zijn uitgevoerd. Dat wil dus zeggen dat de jezuïeten daar niet mee akkoord gingen of van idee veranderden. Rubens en zijn opdrachtgevers zullen het dus zeker niet altijd eens zijn geweest.’
Spelen met perspectief
Naar welke stukken kijk je zelf uit om in het echt te zien?
‘Een aantal heiligen vind ik fantastisch geschilderd! Als de bezoeker vroeger in de kerk naar de plafondschilderingen keek, waren het perfecte schilderijen, maar Rubens schilderde de olieverfschetsen vanuit een positie recht tegenover het doek, waardoor hij verkortingen in zijn iconografie moest inlassen. Daardoor geven de olieverfschetsen de indruk van een vertekend perspectief. De onderwerpen werden ook op dezelfde manier op het plafond aangebracht waardoor de bezoeker ze correct kon aanschouwen wanneer hij omhoog keek. Als bezoeker van de tentoonstelling ga je daardoor eigenlijk naar het vertekende perspectief kijken. Dat valt vooral op bij de mannelijke heiligen van wie onderaan de gewaden zeer breed ogen, maar spits toelopen naar het hoofd toen. Om je toch een idee te geven hoe het perspectief ruimtelijk functioneerde, maken we twee simulaties met foto’s tegen het plafond. Dan ga je pas beseffen waarom de voorstelling van de figuren zo vreemd lijkt en de architectuur niet geometrisch correct is wanneer je ze frontaal aankijkt. Een confrontatie om naar uit te kijken.’
Tentoonstelling
Wat kan de bezoeker verwachten?
‘In de eerste tentoonstellingszaal zal de bezoeker een interieurschilderij zien van de voormalige jezuïetenkerk van vijftig jaar vόόr de brand. Op dit binnenzicht zie je dat een van de twee grote altaarstukken van Rubens op dat moment is uitgestald. Welk werk er werd getoond, was afhankelijk van de periode van het jaar. Meestal zie je op de binnenzichten het schilderij van Ignatius staan. In de tentoonstelling tonen we de schets van het altaarstuk met de voorstelling van Franciscus Xaverius. Jammer genoeg konden we de schets van Ignatius niet in bruikleen krijgen, maar er komt wel een schets uit de Dulwich Picture Gallery (Londen) van een Ignatius die Rubens heeft geschilderd voor een jezuïetenkerk in Genua. Je krijgt in deze zaal ook de tekeningen en schetsen van Rubens voor het hoofdaltaar te zien. In de tentoonstellingsruimte op de eerste verdiepingen tonen we de olieverfschetsen die Rubens maakte als oefening voor de plafondschilderingen. In een laatste zaal focussen we op het netwerk van de jezuïeten met enkele portretten van onder meer onze aartshertogen Albrecht en Isabella en rector Carolus Scribani en zijn er ook nog een aantal boeken geschreven door jezuïeten te zien.’
Wat zijn de uitdagingen bij het organiseren van deze expo?
‘Het is zeker geen gemakkelijk project. Ik ben anderhalf jaar geleden gestart met het aanvragen van bruiklenen. We zijn erin geslaagd om 24 werken van Rubens bij elkaar te krijgen, tekeningen en olieverfschetsen, die hij maakte in opdracht van de jezuïeten. Niet evident omdat we natuurlijk ook moeten beantwoorden aan heel wat eisen op vlak van conservatie en verzekeringen.’
Influencers
Wie was de grootste influencer: Rubens of de jezuïeten?
‘Rubens was zeker een influencer, maar de jezuïeten waren zeer machtig. Je moet dit verhaal natuurlijk in een historisch perspectief plaatsen. Sinds 1585, sinds de Val van Antwerpen, komt Antwerpen onder Spaanse voogdij en beleeft de stad economisch een mindere periode onder meer mede doordat de Schelde werd afgesloten voor alle verkeer. Gelukkig volgde er een tijdelijke vrede, het Twaalfjarig Bestand, dat startte in 1609 maar afliep in 1621, op het moment dat de jezuïetenkerk werd ingewijd. Maar de jezuïeten waren rijk, hoewel de kerk die ze hadden gebouwd veel duurder was uitgevallen dan gepland. De kerk oogde natuurlijk prachtig, mede door de dure Toscaanse marmer die ze naar Antwerpen lieten komen. Maar dankzij hun netwerk slaagden ze er toch in om de kerk te gefinancierd te krijgen. De jezuïeten hadden een charisma waarmee ze de patriciërs aan zich wisten te binden en waren erg bezig met hun imago. Daarom klopten ze aan bij de meest gerenommeerde kunstenaars, lieten ze de duurste materialen verwerken … De oogverblindende kerk was hun uithangbord, daar kwam letterlijk iedereen … De jezuïeten hadden hun netwerk absoluut nodig om hun boodschap uit te dragen. Een zeker opportunisme was hen helemaal niet vreemd.’
Hoe zie je Rubens’ rol in dat verhaal?
‘Rubens was op zijn beurt een kunstenaar met een Europese vermaardheid. Hij zal wel beseft hebben dat hij eigenlijk de enige was waar de jezuïeten konden op rekenen om dit megalomaan project op anderhalf jaar tijd te realiseren. Hij bezat de kracht en het talent om de boodschappen van de jezuïeten picturaal te vertalen, op een aantrekkelijke én overtuigende manier, geen eenvoudige opdracht. Rubens had ook al wat andere opdrachten gerealiseerd voor de jezuïeten, hij was dus zeker niet aan zijn proefstuk toe. Om in de kring van de jezuïeten te geraken, moest je hun vertrouwen winnen. Rubens was getalenteerd en vooral ook heel breed ontwikkeld. Hij was zeer belezen, had een grote bibliotheek, kende veel talen, kende de Bijbel goed, de heiligenlevens maar ook de mythologie, … En bovendien was hij getalenteerd en kon hij ruimtelijk schilderen; dat is voor de decoratie in kerken zeer belangrijk. Dus voor mij is Rubens dé Barokke Influencer, wellicht de beste die de jezuïeten konden kiezen om hun boodschap gestalte te geven.’
Kunst en geschiedenis
Heb je zelf altijd iets met de barok gehad?
‘Mijn masterproef maakte ik over de negentiende eeuw, maar als je in Antwerpen werkt, kun je er eigenlijk niet omheen: de barok is overal aanwezig. Dat betekent dat ik weinig moeite moest doen om in die periode ondergedompeld te raken. Kunst is voor mij de illustratie, of althans een aaneenrijging van momentopnames van de geschiedenis. Je kunt kunst en geschiedenis niet uit elkaar halen. Je kan het verhaal van de barok op meerdere manieren vertellen. Terwijl wij in de Zuidelijke Nederlanden vooral met religie bezig waren, waren onze noorderburen veel vrijer en zijn zij bijvoorbeeld al vroeger bezig met het uitrollen van de landschapschilderkunst. Antwerpen inspireert in ieder geval om de barok op diverse manieren te bekijken en te beleven.’
Aan welk kunstwerk of muziekstuk denk je als je aan de barok denkt?
‘Als ik aan muziek denk, vind ik Monteverdi een van de belangrijkste componisten die de overgang van renaissance naar barok met bravoure weet te brengen. Maar ik denk bij de barok ook aan de boekdrukkunst die uitgevonden is in de 16de eeuw en verder evolueerde. Ook hier speelde Rubens een belangrijke rol bij de vele illustraties die hij voor de boeken en ook voor deze van jezuïeten maakte. De impact van de verspreiding van de kennis via boeken had een enorme impact, zoveel als vandaag de invloed van het internet.’