Sergio Servellón
Maart-November 2023

DE GEZICHTEN ACHTER HET FESTIVAL: Sergio Servellón

Barokke Influencers wordt door vele handen gedragen: van curatoren, vormgevers, professoren tot tentoonstellingsmakers. Al deze mensen hebben één ding gemeen: een bijzondere interesse voor de barok. Ieder binnen zijn of haar eigen vakgebied en expertise. Waaraan denken zij bij het woord ‘barok’ en wie is hun favoriete ‘barokke influencer’? De komende weken stellen we de gezichten achter het festival hier aan je voor.

Sergio Servellón

Sergio Servellón is directeur van FelixArt en Eco Museum. Voor Barokke Influencers cureert hij de tentoonstelling ‘Zoek-stadion. Antwerpen (Re-)Actief’ in het Havenhuis.

Traditie en vernieuwing

Waar gaat de tentoonstelling over?

‘Je kunt de tentoonstelling zien als een soort spiegelbeeld van de tentoonstelling in het KMSKA over De Pelgrim. In het KMSKA presenteert men een mild modernistisch discours van kunstenaars die streefden naar een nieuwe religieuze kunst. Ik spiegel me voor ‘Zoek-stadion. Antwerpen (Re-)Actief’ meer aan de extremere avant-garde in België in de jaren 1920 en in het bijzonder aan de manier waarop ze hedendaagse kunst een plek probeerden te geven in de maatschappij. Dat vat voor mij ook samen wat alle projecten bindt: nadenken over wat gemeenschapskunst zou kunnen zijn. Al dan niet in opdracht, in het geval van Rubens, of vanuit een missie-gevoel van de kunstenaar zoals de leden van De Pelgrim.’

Traditie en vernieuwing zijn de sleutelwoorden van het festival. Hoe krijgt dat een plek in de expo in het Havenhuis?

‘Antwerpen heeft in mijn ogen altijd geworsteld met de tegenstelling tussen traditie en vernieuwing. In horten en stoten werd die vernieuwing geïnjecteerd, maar er was altijd wat tegenkanting. De tentoonstelling zal beginnen met een historiografie van die worsteling met een focus op de laatste honderd jaar. Wanneer heeft men geprobeerd om hedendaagse kunst een plaats te geven binnen het discours in Antwerpen? Dat is eigenlijk het startpunt.’

Hoe zie je je rol als curator in ‘Zoek-stadion. Antwerpen (Re-)Actief’?

‘Toen ik de opdracht kreeg als curator was ik net terug van Documenta in Kassel en was ik heel erg onder de indruk. Die laatste Documenta was volledig gericht op groeperingen en kunstenaars die bezig zijn met hun maatschappelijke inbedding. Geen grote namen, geen grote galerieën, alleen kunstenaars die met gemeenschappen werken en daar kunstpraktijken rond opzetten. Die manier van werken is zeker niet weggelegd voor elke kunstenaar. Niet elke kunstenaar is een ‘sociaal werker’. Het laat je ook als curator nadenken over je eigen rol. Mijn rol is net om een forum te creëren, waar ik de controle veel minder strak hou. Er is een begrenzing, maar daarbinnen doen de kunstenaars wat ze willen. Je moet het als curator laten gebeuren. Veel zal afhangen van de gesprekken zelf. Hoe intensief die worden en van hoe je mensen kan engageren in discussies. De discussiecultuur is hier minder ingebakken, maar je moet daar wel impulsen voor blijven geven.’

Zoekstadion

Wat kan de bezoeker verwachten?

‘Je moet het je voorstellen als een sculpturale omgeving waarbinnen er tentoonstellingen, lezingen en interacties zullen plaatsvinden. Honderd jaar geleden organiseerde Jozef Peeters zijn congressen rond hedendaagse kunst, tot 1922. Die gingen altijd gepaard met een tentoonstelling en lezingen waarin er discussie werd gezocht met andere maatschappelijke actoren: de politiek, de architectuur, de psychologie, … Er werden raakpunten gezocht met de maatschappij en onderzocht hoe de hedendaagse kunst van dat moment daar deelachtig aan kon zijn. Hier willen we iets gelijkaardigs opzetten. We gaan samenkomen en samen denken en discussiëren over de plaats van hedendaagse kunst in de maatschappij.’

‘In de zomer zullen groepen puur artistieke tentoonstellingen maken. Dit zijn jonge, onbekende kunstenaars en niet de usual suspects. In het najaar gaan we dan vooral focussen op de interactie en dialoog met de Jonge Vlaamse Academie: jonge kunstenaars en jonge academici die samenkomen en samen gaan nadenken. Ze hebben een charter uitgewerkt over hoe ze denken dat de relatie tussen jonge kunstenaars en de galeries zou moeten verlopen. Ik heb hen uitgenodigd om die discussie met de galeriesector hier te komen voeren. Op die manier willen we een forum bieden en de debatcultuur stimuleren.’

‘Ik zie het ‘zoekstadion’ als een symbolische entiteit die gedurende de tijd van het festival een doorlopende programmatie zal hebben. Het Havenhuis zal ook zelf een plek innemen in de programmatie. Zij komen onder andere spreken over thema’s waar zij zich mee bezig houden zoals duurzaamheid, energie-omslag en innovatie.’

Waar komt de titel vandaan?

‘Het idee van het zoekstadion komt van een verspreking, of eigenlijk een “verschrijving” van een criticus die het project van Jozef Peeters in 1922 bezocht. Hij schreef over de tentoonstelling “we zitten hier nog maar in een zoekstadium”, maar hij maakte een schrijffout en schreef “zoekstadion”. Dat vond ik een mooi beeld.’

Opdrachtgevers en hun rol

Hoe zie jij de link naar de barok in het concept van de tentoonstelling?

‘In het “opdrachtgeven” en in de algemene werking rond gemeenschapskunst. Wat is de maatschappelijke inbreng? Wat is engagement van een kunstenaar? Wat is een zinnige opdracht? Wat is het niet? Je zou moeilijk een tentoonstelling kunnen maken waarbij je kunstenaars van vandaag verder laat werken rond de spirituele insteek van de jezuïeten, dan ga je haast geen kunstenaar vinden. Dat zou een te rechtstreekse manier van opdrachtgeven zijn. We muteren het hier tot een hedendaagse manier van opdrachtgeven.’

De spanning tussen kunst en opdrachtgever speelde vast een rol bij Rubens’ schilderingen voor het plafond van de Sint-Carolus Borromeuskerk. Hoe zie jij die spanning vandaag?  

‘Die spanning is er nog altijd en het tentoonstellingsconcept alludeert daar ook op. Er is een hele begrensde plek waarin alles moet gebeuren. De kunstenaars krijgen een opdracht, ze mogen hun ding doen, maar het kader en het format liggen vast en zullen voor iedereen hetzelfde zijn: er is een discussieforum, het wordt opgenomen, er moet een resultaat zijn achteraf en mensen kunnen het volledige programma terugkijken op een scherm.’

‘Binnen die opdrachten die de jezuïeten aan kunstenaars gaven zaten gelijkaardige begrenzingen. Er was ook een format. Het moest een kruisafname zijn, bijvoorbeeld. Hoe je dat invulde, dat maakte niet uit. Een kunstenaar als Rubens wist de opdracht te overstijgen. We proberen hetzelfde hier. De kunstenaar krijgt een thematische begrenzing: hoe sta jij in de maatschappij nu en welke impulsen wil jij geven? We geven kunstenaars een forum om hun antwoord te presenteren aan de maatschappij. Niet alleen om een werk te plaatsen, maar ook om een debatavond te organiseren. Maar ze moeten wel over het muurtje kijken. Ik hoop dat er zo duurzame banden gelegd worden.’

Nadia Naveau

Ook het werk van Nadia Naveau krijgt een plek in het Havenhuis.

‘Nadia Naveau’s werk staat symbool voor de verstrengeling van traditie en vernieuwing. Zij weet veel mensen te raken met haar beelden omdat ze heel open zijn en doordat ze refereert aan actuele schoonheidsidealen. Maar als je goed kijkt, zitten er heel wat angels en aparte insteken in haar werk. Ik moest ook aan haar werk denken omdat ze op een hele formele manier verwijst naar hoe mensen de barok omschrijven. Het is weelderig, luxueus, krullerig en rijk. En ze refereert in sommige werken heel rechtstreeks naar de barok, zoals een barokke zuil die hier te zien zal zijn. Haar werk staat hier dus vooral als een knipoog naar de algemene thematiek van ‘de’ barok.’

Beeldverhalen

Heb je zelf iets met de barok?

‘Ik ben schilder van opleiding. Ik heb zelf nog kopieën gemaakt van Rubens in het KMSKA. Aan de academie hier in Antwerpen leer je ook echt de schildertechniek uit die periode. Het is een methode. Een methode van aanpakken en van denken. Een schilderij ontstaat van het grote vlak naar de details – van het donker naar het licht. En het klinkt misschien gek, maar ik doe mijn werk binnen het cultuurmanagement eigenlijk nog altijd op basis van die principes. Ik woon ook in Antwerpen, en de stad is diep doordrongen van de barok. Er schuilt een barokke geest in het eclectische dat je in alle periodes in Antwerpen ziet gebeuren. Het is niet altijd mooi of geslaagd. Je ziet ook dat de academie hier een hele hybride groep kunstenaars aflevert. Zij krijgen een hele traditionele opleiding maar leren tegelijk om een openheid van geest te hebben en betrokken te zijn in een hedendaags discours.’

Heb je een favoriete barokke influencer?

‘Ik hou heel erg van de stripcultuur. Die begint voor mij bij de middeleeuwse retabels en loopt via Fred Bervoets door tot op vandaag. Het is een manier van vertellen. Zo kijk ik ook naar Rubens. Zijn altaarstukken waren gemaakt voor een – vaak analfabeet – doelpubliek. Het plafond van de Sint-Carolus Borromeuskerk bestond uit 39 scenes; eigenlijk ook een soort strip. Dat is een narratief dat ik als curator ook probeer te scheppen: met beelden een verhaal trachten te vertellen.’